Als antwoord op de stevige taakstellingen van dit kabinet en de bezuinigingsoperaties van afgelopen jaren in de publieke sector. zijn of worden diverse ondersteunende bedrijfsonderdelen bij de overheid min of meer verzelfstandigd. Bedrijfsmatig opereren en shared servicecentrum (SSC). dienstencentrum of werkmaatschappij hebben hun intreden gedaan in de publieke sector om het hoofd te bieden aan de politieke druk tot meer efficiency. Meer ruimte is ontstaan om ‘marktconform’ te opereren en meer dan voorheen ligt de nadruk op een goede balans kosten/baten met indrukwekkende termen als “operational excellence” en “fair deal”. Kostenbewustzijn. omgevingsbewustzijn en klantgerichtheid zijn veelal de belangrijkste speerpunten van deze “verzelfstandigde organisaties” waarbij op sommige terreinen de indruk bestaat dat de overheid ook daadwerkelijk de concurrentie aan durft te gaan met de private sector.
Een uitgelezen kans voor de ambtenaren met zakelijke ambities om de toegevoegde waarde in het proces te benadrukken en wellicht voor vele inkopers een interessante nieuwe uitdaging. Immers. in de oude situatie bleek de rol van de inkoop primair op het voorkomen van onrechtmatige processen. in deze nieuwe rol kan de doelmatigheid nadrukkelijker worden bewezen. Deze algemene tendens van verzakelijking in de publieke sector verandert daarmee ook het beeld van de stereotype. stoffige. kleurloze ambtenaar die heel de dag uit het raam kijkt en langzaam wacht tot de klok 5 uur aangeeft. Het beeld van de objectieve en uiteraard altijd integere vertegenwoordiger van het algemeen belang verandert in een ideaalbeeld van een publieke ondernemer; een zakelijke. resultaatgerichte entrepreneur die bereid is om meer dan gemiddeld risico’s te nemen en daarvoor zelf ook verantwoordelijkheid durft te dragen. Meerdere ondernemende ambtenaren samen vormen een zelfstandig orgaan als antwoord op allerlei problemen. een ideale mogelijkheid voor de beperkingen die er zijn op het vlak van het financiële en personele beheer binnen de rijksdienst.
Het zelfbeeld van een ambtenaar als publiek entrepreneur en het ontstaan van semi-commerciele bestuursorganen binnen overheidsdienst heeft ook een minder mooie keerzijde. Al in 1995 hebben Prof. dr. R.J. in ’t Veld en Dr. M.J.W. van Twist in het artikel; “Kerndepartement als sterfhuisconstructie” aandacht gevraagd voor dit verschijnsel. “De keerzijde van dit zelfbeeld richt zich op het t? ver doorslaan van ambtelijk ondernemerschap. waarbij de overheidsmedewerker (met behulp van publieke gelden) zich opstelt als een a-politiek fikser die alles in geld wil uitdrukken. alles wil uitonderhandelen en onder het motto “klant is koning’ alles levert in opdracht. zonder ethische overwegingen daarbij een rol te laten spelen”. Met publieke gelden runnen zij businesses. zelfstandige organen in de bedrijfseconomische zin van het woord. waar wel degelijk vraagtekens bij kunnen worden gezet of hier sprake is van eerlijke concurrentiebeginselen. De verworven vrijheden van deze ondernemende ambtenaren leidt mogelijk niet alleen tot een betere ondersteuning van de primaire taken in de publieke sector maar in sommige gevallen tot prijsopdrijving bij gebrek aan gezonde concurrentie en een verstoring van een specifieke branche. In enkele situaties gebeurt dit met actieve medewerking van het bedrijfsleven zelf die. omwille van concurrentiemotieven en het behouden van de goede relatie. zich mogelijk gedwongen voelen mee te werken. Kort termijn gewin waarbij de kans reëel is dat deze ondernemingen onderling worden uitgespeeld door verdeel- en heersmethodiek van de opdrachtgever en zich op de lange termijn in de eigen staart bijten doordat ze een geduchte concurrent hebben gecreëerd of anderszins. hun marge aanzienlijk moeten verlagen wat de broodnodige innovatie niet ten goede komt! Is de publieke zaak hierbij uiteindelijk gediend?
Voorzien de formele (kern)taken en verantwoordelijkheden van een publieke organisatie in het opzetten van bedrijfseenheden onder leiding van ondernemende ambtenaren of kunnen zij beter de tactische en operationele bedrijfsuitvoering overlaten aan echte professionals?
Naast grotere private organisaties. besluiten steeds vaker ook overheidsinstanties dat zij zich feitelijk het liefst willen beperken tot hun kernactiviteiten en dat heeft vaak uitbesteding van vooral ondersteunende taken tot gevolg. De Nederlandse overheidscultuur kenmerkt zich momenteel bij het nemen van deze beslissingen dat zij vaak de voorkeur hebben voor een uitbesteding waarbij de opdrachtgever zelf ‘in controle’ wil blijven. De hierbij passende organisatievorm. die tevens een antwoord biedt op de huidige politieke bezuinigingsdoelstellingen en op de bovengenoemde negatieve keerzijde van de ondernemende ambtenaren. is de vorming van een “regieorganisatie”. Bij deze organisatievorm. waar eveneens een belangrijke rol is weggelegd voor ondernemende ambtenaren en niet in de laatste plaats doelgerichte overheidsinkopers. wordt gezocht naar uitbestedingsvormen waarbij de uitvoerende taken – de productiefunctie- worden uitbesteed aan professionele marktpartijen en een klein tactisch en strategisch deel van de bedrijfsorganisatie bij de moederorganisatie achterblijft -de regiefunctie-. De regieorganisatie wordt in eigen huis opgebouwd vanuit twee gezichtsvelden te weten de businessoriëntatie en de klantoriëntatie. De businessoriëntatie heeft de focus op contract- en leveranciermanagement en de klantoriëntatie richt zich op de interne gebruikers op het gebied van behoefte. beleidsontwikkeling. innovatie en advies. In de regieorganisatie bevinden zich. naast de feitelijke opdrachtgevers. goed opgeleidde inkoop- en contractmanagers die zorgen voor bewaking van de gemaakte afspraken (leveranciersmanagement) met als voordeel dat dit model schaalvoordelen biedt. toegang tot andere en bredere expertise en de gelegenheid geeft tot meer innovatieve oplossingen. De kennis. het contact met de interne klantbehoefte en beleidsontwikkeling op het kennisgebied blijft hierdoor in eigen huis en handen.
Ondernemende ambtenaren (inkopers incluis) blijven uiteraard nog steeds noodzakelijk. de overheid moet deze medewerkers koesteren. Bovenstaand betoog is erop gericht dat de status van deze ambtenaren niet zou moeten worden beoordeeld aan de hand van het aantal medewerkers waar leiding aan wordt gegeven maar aan het effectieve rendement van hun handelen. De regieorganisatie is een passende organisatievorm waar ondernemende ambtenaren op basis van zakelijke afspraken in staat zijn om de markt te laten innoveren waarbij tevens voldaan kan worden aan zowel de financiële als personele taakstellingsdrift van dit kabinet.
Onderneem