De Nevi PMI® steeg in december van 46.0 naar 48.6, een forse verbetering met 2.6 punten. Ondanks de verbetering blijft de index lager dan 50, wat nog duidt op een verslechtering van de bedrijvigheid..
De productie nam voor de vijfde maand op rij af en hetzelfde was het geval bij de nieuwe orders en de hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk. De voorraad gereed product nam voor de derde achtereenvolgende maand af.
De inkoopactiviteiten namen voor de vierde maand op rij af, deze maand in het hoogste tempo sinds juni 2020. De materiaalvoorraad bleef grotendeels stabiel. De verlenging van de levertijden bleef beperkt.
De inkoopprijsinflatie lag slechts licht boven het gemiddelde. De verkoopprijsinflatie was het laagst in eenentwintig maanden, maar bleef historisch gezien toch hoog.
De werkgelegenheid groeide in de grootste mate in vier maanden en hetzelfde was het geval bij de verwachtingen voor de toekomstige productie.
Bodem in zicht voor Nederlandse industrie
“De bodem lijkt in zicht voor de bedrijvigheid in de Nederlandse industrie,” aldus Albert Jan Swart, sectoreconoom industrie bij ABN AMRO in zijn redactionele commentaar over de Nevi PMI. “Het aantal nieuwe orders neemt gezien de stand onder de 50 wel nog steeds af, maar dus in veel mindere mate dan in november. De vraag naar investeringsgoederen, zoals machines, nam zelfs weer licht toe. Behalve in de meest energie-intensieve branches hebben ondernemers in de Nederlandse industrie positieve verwachtingen over 2023. De Toekomstige Productie Index, die het optimisme over de productie in de komende twaalf maanden meet, is in december verder gestegen. Ook groeide de werkgelegenheid in het hoogste tempo sinds augustus.”