Woord- en taalgebruik bij aanbestedingen, daar valt veel over te zeggen en dat doen we dan ook in deze nieuwe podcast. Daarbij trappen we af met een quote van Drs. P die ooit de volgende woorden uitsprak ‘Overwogen taalgebruik verrijkt het leven’.
De vraag is echter of dat ook het geval is bij aanbestedingen. Veel aanbestedingsdocumenten blinken uit - en dat bedoelen we hier niet positief - in moeilijk, vaak juridisch taalgebruik. En de vraag is meer dan gerechtvaardigd of dat wel noodzakelijk is.
Is een letterlijke verwijzing naar teksten uit de aanbestedingswet inclusief artikelnummers een verduidelijking of zorgt dat voor afleiding? Kan de inhoud van een aanbesteding in drie A4 worden beschreven? Is less more or not? Welke aanspreekvorm gebruik je in je documenten: u, wij of de naam van de aanbestedende dienst en het woord inschrijver. In veel aanbestedingsdocumenten zie je de woorden inschrijver, leverancier, gegadigde, belangstellende, contractant en opdrachtnemer gebruikt worden. Waarom gebeurt dat en kan dat misschien wat simpeler? Wat kunnen de gevolgen zijn van juridisch of informeel taalgebruik? Welke indruk laat formeel en soms zelfs bot taalgebruik in de nota van inlichtingen achter bij inschrijvers? En kan één verkeerd of vergeten woord leiden tot misinterpretatie en mogelijk zelfs rechtszaken?